Revalidatie na een buigpeesletsel

Het herstel van buigpeesletsels is afhankelijk van vele factoren. De plaats van het letsel, het soort letsel (scherpe doorsnijding of rafelig), welke vinger(s) aangedaan is (zijn), begeleidende letsels, methode van chirurgisch herstel, leeftijd, begeleidende systemische aandoeningen (bij diabetes mellitus bijvoorbeeld komt verhoudingsgewijs vaker vertraagde wondgenezing voor), mate van cooperatie van de patient, beroep en hobby’s zijn een aantal van de belangrijkste factoren waar rekening mee gehouden moet worden.

Aan de binnenzijde van een vinger zitten 2 buigpezen, een diepe en een oppervlakkige (de duim kent slechts 1 buigpees) Na een operatie aan (een) buigpe(es)zen kunnen verklevingen ontstaan tussen pezen onderling of tussen pezen en het omliggende weefsel. Om dit te voorkomen wordt een dynamische spalk aangelegd door de handtherapeut en in een vroegtijdig stadium begonnen met de revalidatie. De dynamische spalk heeft tot doel: het glijden van de pees door de peesschede te bevorderen en verklevingen te voorkomen, terwijl de pees ook door de spalk beschermd wordt. Er wordt vijf tot zeven dagen na de operatie pas begonnen met de dynamische spalk om het herstelde getraumatiseerde weefsel tot rust te laten komen.

De totale revalidatie duurt 3 maanden onderverdeeld in 3 perioden:

1. 0-4 weken

2. 4-8 weken

3. 8-12 weken

Eerste periode: Er wordt in deze periode alleen maar geoefend in de dynamische spalk, elk uur worden de oefeningen 5-10 maal herhaald.

Tweede periode: Tijdens deze periode zal tussen de 4e en 6e week de spalk afgebouwd gaan worden en volgen actieve oefeningen.

Derde periode: In deze periode zal er geoefend worden om de normale kracht van de hand terug te krijgen en de hand weer voor te bereiden op de werksituatie.